Gewichtheffen

01-05-2013 21:52

Vanavond was het eindelijk weer tijd voor een échte les gewichtheffen. We gingen zowel trekken als stoten.

Trekken doe ik nu 37,5 kg en met het stoten 45 kg. Mijn doel voor 2013 is: trekken 45kg en stoten 55kg.

 

De bewegingen bij het gewichtheffen

Het gewichtheffen bestaat uit twee verschillende bewegingen, het Trekken en het Stoten.
Hiervoor worden ook vaak de Engelse benamingen gebruikt, Snatch en Clean & Jerk.

Trekken

De halter ligt horizontaal voor de benen van de atleet. De atleet pakt de halter vast, met de handpalmen naar beneden. Hierna trekt de atleet de halter in één vloeiende beweging omhoog tot beide armen boven het hoofd zijn gestrekt, terwijl de benen buigen of in een split vallen.
Tijdens deze beweging mag de halter langs de dijen en schoot van de atleet glijden. De voeten zijn de enige lichaamsdelen die het plankier mogen raken.
De atleet komt overeind uit de kniebuiging of de split en zet de voeten naast elkaar, evenwijdig aan de romp en aan de halter. In de eindstand zijn de armen en benen volledig gestrekt.
Zodra de atleet volkomen bewegingsloos staat, geven de scheidsrechters het teken geven om de halter te laten zakken.

De bewegingen bij het gewichtheffen - Trekken

 

Stoten

Deze beweging bestaat uit twee onderdelen, het Voorslaan en het Uitstoten.

Voorslaan

De halter ligt horizontaal voor de benen van de atleet. De atleet pakt de halter vast, met de handpalmen naar beneden. Hierna trekt de atleet de halter in één vloeiende beweging omhoog tot de schouders, terwijl de benen buigen of in een split vallen.
Tijdens deze beweging mag de halter langs de dijen en schoot van de atleet glijden. De voeten zijn de enige lichaamsdelen die het plankier mogen raken. De ellebogen mogen geen contact maken met de bovenbenen.
De halter mag de borst niet raken voordat de eindpositie is bereikt. In de eindpositie ligt de halter op het sleutelbeen, op de borst boven de tepels, of op de gebogen armen van de atleet. De atleet strekt de benen en zet de voeten naast elkaar, evenwijdig aan de romp en aan de halter.

Na het voorslaan mag de atleet de positie van de halter aanpassen. Dit mag niet lijken op een extra poging om uit te stoten, maar is bedoeld om:

  • van greep te wisselen als de atleet gebruik maakt van de z.g. haakgreep;
  • de halter omlaag te brengen naar de schouders als de positie van de halter ademhalingsproblemen of pijn veroorzaakt;
  • de breedte van de greep te veranderen.

Voordat het uitstoten begint moeten zowel de atleet als de halter volledig bewegingsloos zijn.

Uitstoten

De atleet buigt de benen en strekt vervolgens één keer zowel benen als armen, om de halter omhoog te brengen tot beide armen boven het hoofd zijn gestrekt, terwijl de benen buigen of in een split vallen. Vervolgens zet de atleet de voeten naast elkaar, evenwijdig aan de romp en aan de halter. In de eindstand zijn de armen en benen volledig gestrekt.
Zodra de atleet volkomen bewegingsloos staat, geven de scheidsrechters het teken geven om de halter te laten zakken.

De bewegingen bij het gewichtheffen - Stoten